Christoph Gretsil Cirksena (1569 - 1636) is een Oost-Fries edelman, veldheer in dienst van landvoogden Albrecht en Isabella en stadhouder van Luxemburg. Hij is de derde zoon van graaf Edzard II van Oost-Friesland uit diens huwelijk met de Zweedse prinses Catharina, dochter van koning Gustaaf I. Hij is de jongere broer van de latere graaf Enno III van Oost-Friesland en van Jan III van Rietberg, veldheer in katholieke dienst. Hij trekt naar het hof in Brussel. Hij is als lutheraan opgevoed maar bekeert zich tot het katholicisme. In 1614 volgt hij Robert de Ligne op als bevelhebber van de erewacht van de aartshertogen.

 

 

Huwelijk

 

In 1615 trouwt hij met Albertine de Ligne, weduwe van Filibert de La Baume, markies van Saint-Martin, en schoonzus van Johan VIII van Nassau, een persoonlijke vriend van Christoph. In 1619 wordt hij opgenomen in de Orde van het Gulden Vlies en voert het bevel over een regiment Duitse landsknechten. In 1621 verwerft hij door koop de heerlijkheid Rumst. In 1627 wordt hij benoemd tot stadhouder van Luxemburg, als opvolger van de overleden Florent van Berlaymont. Daar raakt hij betrokken in het conflict met Philip Christoph von Sötern, prins-bisschop van Trier. Die voert een pro-Franse politiek, tot ongenoegen van de burgers van Trier en van de Habsburgers. In 1630 stuurt Christoph Gretsil een Spaans garnizoen naar Trier om de rechten van de bevolking en van het Keizerrijk te vrijwaren. Nadat de prins-bisschop in 1632 een neutraliteitsverdrag heeft gesloten van de Zweedse, protestantse koning Gustaaf II Adolf, trekt Christoph Gretsil zelf naar Trier. Hij bezet er het ommeland, maar de stad zelf kan hij niet innemen door de komst van Franse versterkingen.

 

 

Christoph neemt Trier in

 

In maart 1635 slaagt hij er dan toch in om met een list de stad in te nemen. Een deel van zijn troepen heeft zich verborgen in vrachtschepen op de Moezel en slaagt erin de poorten te openen voor de Spaanse troepen. De Franse troepen worden verdreven en Sötern wordt als gevangene afgevoerd naar Namen. Hij zal uiteindelijk tien jaar gevangen zitten in de gevangenis van Linz. Frankrijk verklaart in mei 1635 de oorlog en Franse troepen vallen de Spaanse Nederlanden binnen. De troepen van Christoph Gretsil staan in voor de verdediging van Leuven. In allerijl vraagt hij versterking aan de Oostenrijkse veldheer in Habsburgse dienst, Hiëronymus Colloredo. Die steekt in december 1635 met zijn Poolse en Kroatische cavalerie de Moezel over en trekt al plunderend door het bevriende Luxemburg. Ook Karel IV van Lotharingen is ter hulp geroepen en komt aan in Luxemburg in januari 1636. Maar ook zijn leger slaat aan het plunderen als de soldij niet wordt uitbetaald. Zo ziet Christoph Gretsil zijn provincie gebrandschat, waarna er hongersnood en epidemieën uitbreken. Hij overlijdt echter al hetzelfde jaar en wordt begraven in de kerk van Spontin. Als stadhouder van Luxemburg wordt hij opgevolgd door Philip van Manderscheid-Blankenheim.

 

Zijn weduwe Lambertine de Ligne hertrouwt in 1640 met Jean-Baptiste de La Baume (1593-1641), haar vroegere zwager. Na haar dood in 1651 wordt ze naast Christoph Gretsil begraven in Spontin.

 

 

 

 

  Gerelateerde artikels:  
  Voorafgaand artikel Edzart II Cirksena van Oost-Friesland (1532-1599) (1540-1599)
  Volgend artikel Jan III van Rietberg (1566-1625) (veldheer)

 

 

 

 

Noten en bronnen:

Frank Judo, Christoph Gretsil, graaf van Emden, heer van Rumst - een eerste kennismaking, Geschiedkundige kring Rumesta - jaarboek 2019, p. 50-55

 

 

 


Deze pagina maakt deel uit van www.nazatendevries.nl.
Aan bovenstaande tekst is de uiterste zorgvuldigheid besteed.

Desondanks kunnen er best fouten voorkomen.
Constateer je fouten en/of heb je vragen, correcties, aanvullingen.........

geef die dan even aan mij door via mijn E-mail adres.
Laat ook eens een bericht achter in het Gastenboek.

Hoogeveen, 12 december 2020.
Samenstelling: © Harm Hillinga
.
Menu Artikelen.
Terug naar de HomePage.
Top